Kandidaat ervaart spanning voor assessment.

Spanning voor assessment: wat is normaal en wat kun je eraan doen?

Veel mensen ervaren spanning voor een assessment. Dat is normaal — en zelfs logisch. In deze blog lees je hoe zo’n testdag eruitziet, waarom spanning ontstaat en wat je eraan kunt doen.

Het einde van de zomervakantie komt alweer in zicht. Veel mensen zijn er even tussenuit geweest en hebben de tijd gehad om tot rust te komen en wat afstand te nemen van het werk. Juist zo’n periode van rust zorgt er vaak voor dat mensen gaan reflecteren en zich afvragen of ze niet iets anders willen dan normaal. Niet voor niets worden vacaturesites na de vakantieperiode een stuk drukker bezocht. In de maanden september en januari starten dan ook de meeste mensen met een nieuwe baan.

Tijdens een sollicitatieprocedure of bij het starten van een nieuwe functie wordt er regelmatig gebruik gemaakt van een assessment om de geschiktheid en/of ontwikkelmogelijkheden van kandidaten in kaart te brengen. In de praktijk merken wij dat een assessment voor veel mensen een zekere mate van spanning met zich meebrengt. Voor sommigen is het zelfs een reden om niet te solliciteren. Deze blog zoomt in op wat een assessment precies inhoudt, hoe spanning daar invloed op heeft én wat je kunt doen om hier goed mee om te gaan.

Hoe ziet een assessment eruit in de praktijk?

Er zijn verschillende soorten assessments, elk met een ander doel:

  • Selectie-assessment: de focus ligt hierbij op de geschiktheid van een kandidaat voor een specifieke functie.

  • Ontwikkelassessment: dit type assessment richt zich meer op de ontwikkelpotentie van iemand binnen zijn of haar huidige of toekomstige functie.

  • Potentieelmeting: dit onderzoek brengt in kaart of iemand het talent en de competenties heeft om op termijn door te groeien naar een bepaalde functie.

Een assessment duurt meestal een dag(deel). Kandidaten bereiden zich thuis al voor en maken vaak vooraf enkele testen. Tijdens de dag zelf worden verschillende onderdelen doorlopen, waarvan een persoonlijkheidsonderzoek, een cognitieve capaciteitentest en een drijfverentest veelvoorkomende onderdelen zijn. Afhankelijk van de functie worden aanvullende testen toegevoegd, afgestemd op de specifieke functie-eisen.

Hoewel een assessment altijd enige (gezonde) spanning oproept, ervaren veel mensen vooral de cognitieve capaciteitentest als het meest spannend.

Verschillen tussen assessmentbureaus

De precieze invulling van een assessment verschilt niet alleen per functie of doel, maar ook per bureau. Bij SLIM Assessments gebruiken wij de testresultaten van de persoonlijkheids- en drijfverenvragenlijsten als input voor onze interviews. Die testresultaten bespreken we dus al vroeg in het traject met de kandidaat. Bij andere bureaus worden de testresultaten soms pas na afloop van het assessment geanalyseerd en teruggekoppeld. Ook is het niet overal gebruikelijk om testuitslagen met de kandidaat te bespreken.

Bij SLIM streven we naar een zo transparant mogelijke benadering. We merken dat het bespreken van testresultaten veel spanning wegneemt. Dit doen we door kandidaten vooraf goed te informeren over de onderdelen van het assessment en door tijdens het assessment samen naar de resultaten te kijken. Na afloop volgt een uitgebreide terugkoppeling waarin we alle resultaten zorgvuldig toelichten.

Spanning voor assessment: wat gebeurt er en hoe reageer je?

Veel mensen ervaren spanning bij het doen van een assessment. Dit kan zich uiten als stress, zenuwen, druk of opwinding. Op zichzelf is dat niet erg. Een bepaalde mate van spanning kan juist prestatiebevorderend werken: het zorgt ervoor dat je alerter bent en je beter kunt concentreren [1].

Tegelijkertijd kan spanning ook in de weg gaan zitten. Je piekert bijvoorbeeld over hoe anderen het doen of slaapt slecht in aanloop naar het assessment. Deze negatieve gedachten kunnen ervoor zorgen dat je slechter presteert dan je eigenlijk zou kunnen. Slaapgebrek heeft bovendien een negatief effect op je concentratievermogen [1].

Zelfvertrouwen en spanning voor assessment: de rol van self-efficacy

Hoe je met spanning omgaat, verschilt per persoon. Een belangrijke factor hierin is het geloof in eigen kunnen, ook wel self-efficacy genoemd. Dit begrip werd geïntroduceerd door psycholoog Albert Bandura en verwijst naar het vertrouwen dat je hebt in je eigen bekwaamheid om een specifieke taak succesvol uit te voeren [1].

Self-efficacy is iets anders dan zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen gaat over hoe je in algemene zin naar jezelf kijkt. Self-efficacy is veel specifieker en hangt samen met concrete situaties, zoals het maken van een assessment. Mensen met een hoge self-efficacy zijn beter in staat om met lastige situaties om te gaan en hebben meer kans van slagen in uitdagende omstandigheden.

Kun je self-efficacy ontwikkelen?

Ja, self-efficacy ontwikkel je gedurende je hele leven. Bandura onderscheidt daarbij vier beïnvloedende factoren:

  1. Eerdere succeservaringen
    Je bouwt self-efficacy op door positieve ervaringen. Oefen bijvoorbeeld met testonderdelen waarin je onzeker bent, zodat je zelfvertrouwen toeneemt.

  2. Sociale vergelijking
    Als mensen in je omgeving assessments goed hebben doorlopen, kun je daaruit afleiden dat jij dat waarschijnlijk ook kunt.

  3. Verbaal overtuigen
    Positieve feedback en aanmoediging van anderen (zoals “je kunt dit!”) versterken je geloof in je eigen kunnen.

  4. Interpretatie van lichamelijke spanning
    Een verhoogde hartslag, droge mond of gespannen spieren interpreteren we vaak als negatief. Maar deze gevoelens zijn te trainen en je kunt leren ze te zien als teken van betrokkenheid in plaats van zwakte.

Spanning voor assessment verminderen: praktische tips

Een beetje spanning is dus normaal en soms zelfs nuttig. Maar als de spanning te groot wordt, is het belangrijk dat je weet wat je eraan kunt doen. Deze zes tips helpen je daarbij:

Tip 1: Bereid je goed voor om spanning bij het assessment te beperken

Door te oefenen met bijvoorbeeld capaciteitentesten krijg je een beeld van wat je te wachten staat. Je voelt je dan beter voorbereid en minder onzeker. Plan je assessment op een rustig moment in je agenda en neem voldoende tijd om je voor te bereiden, maar overdrijf ook niet: je kunt een capaciteitentest niet trainen, wel kun je vertrouwd raken met de vraagstelling.

Tip 2: Geef aan dat je het spannend vindt

Assessmentprofessionals weten dat kandidaten gespannen kunnen zijn. Geef dit gerust aan. Dan kan de assessor je extra uitleg geven of je op je gemak stellen. Alleen het benoemen ervan kan al helpen.

Tip 3: Denk positief over jezelf

Je bent uitgenodigd voor een assessment – dat is een compliment op zich. Probeer negatieve gedachten te vervangen door positieve: “Ik ga mijn best doen” is effectiever dan “Ik hoop dat ik niet faal.”

Tip 4: Erken dat spanning erbij hoort

Iedereen vindt het spannend. Die spanning betekent dat het voor jou belangrijk is. Als je dat erkent, kun je er ook beter mee omgaan.

Tip 5: Zie het assessment als kans, niet als toets

Een assessment is meer dan een meetmoment: het is een kans om jezelf beter te leren kennen. Je krijgt inzicht in je kwaliteiten én ontwikkelpunten. Ook als het eindadvies niet positief is, biedt een assessment waardevolle informatie voor je verdere loopbaan.

Tip 6: Oefen met ontspanningstechnieken

Mindfulness blijkt een effectieve methode om stress te verminderen [2]. Een fijne manier om dit te trainen is met de VGZ Mindfulness Coach, een gratis app waarmee je korte oefeningen kunt doen om beter te ontspannen en je aandacht te richten op het hier-en-nu [3].

Conclusie: spanning voor assessment is normaal – en beheersbaar

Spanning voor een assessment is niet vreemd. Het hoort erbij. Maar je kunt leren er beter mee om te gaan. Met voorbereiding, zelfinzicht en ontspanningstechnieken vergroot je je slagingskans én je eigen regie. En vergeet niet: een assessment is er niet om je te laten falen, maar om samen te onderzoeken wat jij in huis hebt.

Bronnen

  1. Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. New York: Freeman.

  2. Lomas, T., Medina, J. C., Ivtzan, I., Rupprecht, S., & Eiroa-Orosa, F. J. (2017). The impact of mindfulness on well-being and performance in the workplace: an inclusive systematic review of the empirical literature. European Journal of Work and Organizational Psychology, 26(4), 492-513.

  3. https://www.vgz.nl/gezond-leven/stress/mindfulness/mindfulnesscoach.