Het belang van cognitieve capaciteiten

Kandidaten die op assessment komen, stellen regelmatig vragen over het belang van de cognitieve capaciteitentest; ‘Waarom moet ik nog een cognitieve capaciteitentest maken als ik al beschik over een hbo- of wo-diploma?’, ‘Is mijn uitslag niet gewoon een momentopname?’, ’Cognitieve capaciteiten zijn toch niet het hele verhaal?’. Daarnaast merken wij dat kandidaten niet alleen vragen hebben over het nut van een cognitieve capaciteitentest, maar ook een bepaalde weerstand of spanning ervaren voor het maken van de test. Dit is begrijpelijk omdat de uitslag – weliswaar na goedkeuring van de kandidaat – verstuurd wordt naar de opdrachtgever. Dit kan grote gevolgen hebben: het wel of niet aangenomen worden voor een gewenste functie, of het toegelaten worden tot een bepaalde opleiding.

Dit artikel gaat over het belang van de cognitieve capaciteitentest en geeft antwoord op bovenstaande vragen uit de praktijk. Er zal worden ingegaan op hoe je kunt oefenen voor een test en in hoeverre dit ook echt helpend is. Tot slot zal er een aantal veel voorkomende misvattingen over de cognitieve capaciteitentest toegelicht worden.

De beste voorspeller van werkprestatie

Wat maakt dat een cognitieve capaciteitentest onderdeel uitmaakt van de meeste assessments? Het antwoord is vrij eenvoudig. Hoewel wetenschappers het lang niet altijd met elkaar eens zijn, benadrukken zij allen het belang van cognitieve capaciteiten op het moment dat we iemands werkprestatie willen voorspellen. Cognitieve capaciteiten hebben samen met arbeidsproeven de hoogste predictieve validiteit; dit wil zeggen dat beide constructen het beste gebruikt kunnen worden om een inschatting te maken over iemand zijn toekomstige werkprestaties. Het is uiteraard onmogelijk om elke sollicitant voor een langere periode te laten meelopen in een organisatie en op basis daarvan iemand te selecteren. Daarom wordt er hoofdzakelijk gekozen voor een cognitieve capaciteitentest.

Personen die hoog scoren op een cognitieve capaciteitentest zullen naar verwachting beter presteren in alle banen en sectoren, zelfs wanneer anderen beschikken over meer werkervaring. De voorspellende waarde van cognitieve capaciteiten stijgt naarmate de complexiteit van de functie toeneemt. Hierdoor zijn sterke cognitieve capaciteiten in een snel veranderende samenleving zeer belangrijk.

Wat zijn cognitieve capaciteiten?

Om antwoord te geven op de vraag wat cognitieve capaciteiten zijn, zoomen we eerst in op het begrip intelligentie. Het woord intelligentie komt van het Latijnse woord intellegere: ‘zien, verstaan, begrijpen’. Hoewel het onderwerp intelligentie veelvuldig door wetenschappers is bestudeerd, bestaat er geen volledige consensus over wat het construct precies inhoudt. Het aantal definities is in de laatste jaren eerder toegenomen. De grondlegger van de intelligentietesten is Alfredo Binet, hij definieerde intelligentie als ‘het vermogen om te leren’. Andere onderzoekers definieerden het begrip als ‘het vermogen om abstract te denken’, ‘het vermogen om adequaat aan te passen aan betrekkelijk nieuwe situaties in het leven’ en ‘het vermogen om lering te trekken uit oude situaties en over te dragen naar nieuwe situaties’. Ondanks de verschillen in definiëring worden de volgende aspecten regelmatig genoemd: het vermogen om aan te passen aan nieuwe situaties, logisch te redeneren, nieuwe problemen op te lossen en van nieuwe informatie te leren.

Cognitieve capaciteiten zijn slechts een onderdeel van de intelligentie. Een cognitieve capaciteitentest brengt dit in kaart door het meten van drie verschillende aspecten; verbale intelligentie, numerieke intelligentie en ruimtelijke intelligentie. Verbale intelligentie gaat over het inzicht in de betekenis van woorden en begrippen en het redeneren. Numerieke intelligentie zegt iets over het inzicht in relaties tussen getallen en het vlot kunnen verwerken van cijfermatige informatie. Ruimtelijke intelligentie gaat over het doorzien van verbanden in abstracte en figurale informatie. De test zelf bestaat uit korte onderdelen die binnen een tijdslimiet gemaakt moeten worden.

Wat zegt de uitkomst van de test nu eigenlijk?

Bovengenoemde test geeft geen IQ-score weer, maar de prestaties worden afgezet tegen een vergelijkbare normgroep. Voor de cognitieve capaciteitentest wordt gebruik gemaakt van de normgroepen; mbo, hbo en wo. Op deze wijze kan beoordeeld worden hoe iemand scoort, vergeleken met de gekozen normgroep. De uitkomst van deze test geeft aan hoe goed iemand in staat is om de cognitieve eisen van een functie te realiseren. Een lage score wil echter niet zeggen dat iemand minder goed in staat is om de functie uit te oefenen. Wel zal er dan een groter beroep worden gedaan op iemands persoonlijke eigenschappen; iemand zal bijvoorbeeld sterker zijn doorzettingsvermogen moeten aanspreken.

Niet het hele verhaal

Cognitieve capaciteiten zijn belangrijk om werkprestatie te voorspellen, maar zijn niet alles bepalend. Naast cognitieve capaciteiten heeft de persoonlijkheid ook voorspellende waarde. Dit voorspelt werkprestatie weliswaar iets minder sterk dan cognitieve capaciteiten, maar geeft wel degelijk een indicatie van hoe iemand te werk zal gaan. Psycholoog Wim Bloemers zei daarover: ‘Slecht en lui zijn is blijkbaar onafhankelijk van iemand zijn intelligentie’. Hoewel de constructen persoonlijkheid en cognitieve capaciteiten beide werkprestatie voorspellen, staan ze niet direct met elkaar in verbinding. Beide hebben invloed op de kennis over de functie en direct op werkprestatie. Wanneer iemand hoger scoort op een cognitieve capaciteitentest geeft dit bijvoorbeeld een indicatie van zijn cognitieve verwerkingssnelheid. Iemand kan in dat geval sneller meer kennis over de functie vergaren. Dit kan bijvoorbeeld ook wanneer iemand zeer gemotiveerd is en hierdoor meer tijd investeert in het lezen van informatie over de functie, en op die manier meer kennis op doet.  Als we kijken naar persoonlijkheid zijn met name de persoonlijkheidsfactoren ‘Integriteit’ en ‘Consciëntieusheid’ van toegevoegde waarde voor het voorspellen van werkprestatie. Integriteit gaat over de mate waarin iemand oprecht, rechtvaardig, onbaatzuchtig en bescheiden is. Consciëntieusheid gaat over de mate waarin iemand ordelijk, ijverig, nauwkeurig en bedachtzaam is.

Cognitieve capaciteiten alleen zijn niet het hele verhaal. Er zal door een selectiepsycholoog altijd gekeken moeten worden naar iemand zijn volledige capaciteiten en persoonlijkheidsprofiel om gegronde selectie-uitspraken te kunnen doen. Wanneer er echter één test gekozen zou moeten worden, dan is dit wel de cognitieve capaciteitentest, omdat deze beschikt over een hogere voorspellende waarde in vergelijking met een persoonlijkheidstest.

Waarom het belangrijk is om op de juiste plek te komen

Voor een persoon zelf moet het niet uitmaken of je een lage of een hoge score hebt behaald op de cognitieve capaciteitentest. Intelligentie is voor 60-80% erfelijk en je kan hier maar weinig aan veranderen. Waar je wel invloed op hebt – en wat misschien wel het allerbelangrijkste is – is dat de functie goed bij jou past als persoon. Dit wordt ook wel een person-job fit genoemd. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die goed matchen bij de functie die ze uitoefenen, gelukkiger zijn in hun werk en zich meer betrokken voelen bij de organisatie. Het is daarom goed om een baan te zoeken waarbij je cognitief op het juiste niveau uitgedaagd wordt. De uitslag van een cognitieve capaciteitentest kan hierbij helpen door het geven van inzicht in iemands cognitieve belastbaarheid.

Is mijn diploma niet genoeg?

Veel mensen stellen de vraag: ‘Een diploma geeft toch ook aan dat ik op een hbo-functie kan werken?’. Uiteraard geeft het behalen van een diploma een bepaalde indicatie over het niveau dat iemand aan kan, alleen geeft een opleiding een veel minder scherp beeld over het denkvermogen. De ene opleiding is veel moeilijker dan de andere of doet slechts een beroep op specifieke capaciteiten. Ook is het mogelijk dat iemand zijn opleiding heeft gehaald door een hoge mate van inzet en doorzettingsvermogen (persoonlijkheid), waardoor het diploma minder zegt over de cognitieve capaciteiten. Het cognitieve vermogen van personen binnen hetzelfde opleidingsniveau kan dus sterk variëren. Daarom blijft het van belang om in het kader van selectie bij iedereen een cognitieve capaciteitentest af te nemen.

Wel geeft een diploma een indicatie over iemand zijn werk- en denkniveau. In wervingsteksten komt regelmatig naar voren dat je bijvoorbeeld moet beschikken over minimaal hbo werk- en denkniveau. Hoewel werkniveau en denkniveau vaak in één adem genoemd worden, zijn dit twee verschillende constructen. Werkniveau gaat ook over persoonlijkheid, denk hierbij aan inzet en planmatigheid. Terwijl denkniveau meer gaat over de cognitieve capaciteiten die iemand bezit. Een behaald diploma kan laten zien of iemand beschikt over hbo-werkniveau, omdat er voor het behalen van een diploma jarenlang een bepaalde werkhouding noodzakelijk is.

Is het helpend om te oefenen voor een cognitieve capaciteitentest?

Zoals eerder genoemd, zijn cognitieve capaciteiten veelal genetisch bepaald en stabiel over tijd; mensen kunnen gedurende hun leven niet veel intelligenter worden. Het is dan ook een misvatting om te denken dat een behaalde score slechts een momentopname is. Hoewel er altijd factoren kunnen zijn die invloed hebben op de testuitslag zal dit de uitkomst niet drastisch beïnvloeden.

Om ervoor te zorgen dat de uitslag een zo betrouwbaar mogelijk beeld geeft, is oefenen belangrijk. Het oefenen voor een test kan ervoor zorgen dat je beter presteert. Allereerst neemt door oefenen de voorspellende waarde van de test toe, omdat de test zelf beter wordt begrepen. Ten tweede worden de verschillen in testervaring geminimaliseerd, waardoor de uitslag eerlijker en betrouwbaarder is. Ten derde zorgt oefenen ervoor dat de spanning voor de test verminderd wordt en de uiteindelijke score een beter beeld geeft van iemands werkelijke cognitieve capaciteiten.

Hoewel oefenen een positief effect kan hebben op je prestatie, is het een misverstand om te denken dat je ervoor kunt trainen. Onderzoekers in Joegoslavië hebben een groep studenten jarenlang intensief getraind in het maken van cognitieve capaciteitentesten. Na drie jaar scoorde de studenten slechts acht punten hoger, wat aangeeft dat het effect van trainen klein is. Websites die beweren dat zij trainingen kunnen aanbieden waardoor je gegarandeerd slaagt voor je assessment zijn daarom onbetrouwbaar.

Kort samengevat

Ieder mens heeft zijn eigen unieke combinatie van persoonlijkheidseigenschappen en cognitieve capaciteiten, waarin weinig verandering mogelijk is. Het belangrijkste is dat mensen op een functie terecht komen die bij hen past. Een cognitieve capaciteitentest kan helpen om ervoor te zorgen dat er een goede person-job fitontstaat, maar bij voorkeur wordt er ook een persoonlijkheidsvragenlijst afgenomen. Voor iedereen die een cognitieve capaciteitentest gaat maken, geven wij het advies om de test te zien als hulpmiddel om bij een passend functieniveau terecht te komen, een goede voorbereiding is hierbij belangrijk. Cognitieve capaciteiten zijn slechts een deel van de intelligentie en schetsen ook geen compleet beeld. Wel zijn cognitieve capaciteiten wetenschappelijk gezien een sterke voorspeller van werkprestatie, waardoor het een essentieel onderdeel is bij assessments.