Stop ermee! (althans, op deze manier…)
In onze praktijk komen we kleurentesten nog bijna dagelijks tegen. Waarom blijven we toch zo hangen in de kleurentesten? In onze praktijk komen we het bijna dagelijks nog tegen: “Ik ben heel erg blauw” of “Ik kan moeilijk samenwerken met mensen die rood zijn.” Ondanks alle wetenschappelijke tegenwerpingen blijven mensen deze kleuren gebruiken om stickers te plakken – en zichzelf en anderen daarmee onterecht in hokjes te plaatsen.
Het meest schrijnende? Als je uitlegt wat de (gebrekkige) waarde van deze kleurentesten is, knikken de meesten instemmend. Maar toch blijven ze ze gebruiken. Zo schrok ik ervan dat tijdens een opleiding tot werkgelukdeskundige een kleurentest als funderende theorie werd gebruikt – en dat een groot deel van de cursisten hier “klakkeloos” in meeging.
Persoonlijkheid is veel genuanceerder
Het is natuurlijk verleidelijk om mensen van een label te voorzien. Een kleur of type lijkt een handige “handleiding” voor hoe we met iemand moeten omgaan. Maar de waarheid is: mensen laten zich niet vangen in kleuren of types. Persoonlijkheid is geen set hokjes. Net als lichaamslengte of -gewicht, is persoonlijkheid normaal verdeeld. De meeste mensen zijn dus niet extreem introvert of extravert, maar bewegen zich ergens in het midden. En dat herken je ook in de praktijk.
Waarom vinden we het vervelend als iemand zegt dat je “heel eigenwijs” bent, of “te direct”, maar accepteren we wel zonder bezwaar een kleur-label? Terwijl dat label vaak net zo ongenuanceerd iets over ons zegt. Misschien komt het doordat kleuren een schijn van objectiviteit geven. Ze worden niet gezien als mening, maar als feit. Maar is dat wel terecht?
Het Barnum-effect en de aantrekkingskracht van kleurentesten
Begrijp me niet verkeerd – ik ben niet zwart-wit in mijn oordeel over kleurentesten (pun intended). In de praktijk zie ik soms ook hun nut: ze brengen gesprekken op gang over persoonlijkheid en verschillen in teams. Ze bieden taal. En dat is waardevol. Maar… dat kan ook met wetenschappelijk onderbouwde instrumenten. Die zijn betrouwbaarder, voorspellen gedrag beter én zetten mensen niet zo snel vast in hokjes.
Toch blijven organisaties kleurentesten gebruiken, vaak vanwege hun eenvoud. Want ja, écht goede instrumenten gebruiken vergt tijd en inspanning. Of zoals Wout van Impe scherp stelde: “Het getuigt van weinig kritische zin en intellectuele luiheid om niet te beseffen welke schade dit soms veroorzaakt.”
Ook professor dr. Bart Wille noemde het treffend in een podcast: “Een persoonlijkheidsassessment is geen spelletje.” Samen met professor dr. Filip De Fruyt benadrukt hij daarin het belang van wetenschappelijke validiteit. En hoogleraar Reinout de Vries (VU) legt in een artikel uit waarom kleurentesten tóch zo populair blijven. Zijn verklaring: het Barnum-effect – ook wel horoscoopeffect genoemd. Beschrijvingen zijn zó algemeen dat iedereen er zichzelf wel in herkent. En daardoor geloven mensen dat het klopt.
Kleurentesten blijven aantrekkelijk, omdat mensen zichzelf herkennen in vage beschrijvingen. Een treffend voorbeeld hiervan komt van onze voormalige collega, psycholoog Amadeus Admiraal. Zij voerde enkele jaren een experiment uit met studenten psychologie van de Erasmus Universiteit die jaarlijks een dag bij ons kwamen “snuffelen”. Elke student kreeg een identieke, algemeen geformuleerde persoonlijkheidsbeschrijving – zogenaamd op basis van een test. Vrijwel iedereen herkende zich erin en nam de uitkomst serieus. In een recent artikel in De Psycholoog beschrijft ze dit experiment en laat ze zien hoe krachtig het Barnum-effect werkt – zelfs bij kritische geesten in opleiding.
Kleurentesten en hokjesdenken: stickers die blijven plakken
Hoewel kleurentesten op het eerste gezicht onschuldig lijken, brengen ze toch aanzienlijke risico’s met zich mee. Het grootste gevaar is dat mensen niet alleen door anderen in een hokje worden geplaatst, maar ook zelf een label opplakken. Soms zelfs met een beperkend stigma. Vanuit dat beeld gaan ze denken en handelen, wat leidt tot confirmation bias. Het resultaat? Kritische zelfreflectie neemt af en mensen verliezen het vermogen om zichzelf genuanceerd te zien.
Persoonlijkheid werkt namelijk niet met types. Het is geen kwestie van “óf je bent zorgvuldig, óf niet”. Het is een spectrum: sommige mensen zijn heel zorgvuldig, anderen rommelig, maar de meesten zitten ergens daartussenin. Typologieën gooien al die nuances op één hoop. Iemand die een beetje introvert is, krijgt hetzelfde label als iemand die extreem introvert is. Dat wringt.
Persoonlijkheid is relationeel
Daar komt nog iets bij. Persoonlijkheid is niet statisch – het wordt mede gevormd door de context en de relaties met anderen. In recent onderzoek, dat Reinout de Vries beschrijft, blijkt dat gedrag sterk wordt beïnvloed door de relatie tot anderen in een bepaalde situatie. Je persoonlijkheid uit zich dus anders afhankelijk van wie tegenover je staat. Naast een “vast” deel, is er ook een relationeel deel. Dat maakt persoonlijkheid nóg minder geschikt om in kleuren of types te vangen.
Slimme assessments vragen om meer dan kleuren
Daarom kiezen wij bij SLIM Assessments bewust voor de HEXACO-vragenlijst. In plaats van mensen vast te pinnen op simpele kleuren of types, brengen we met dit wetenschappelijk gevalideerde instrument persoonlijkheid genuanceerd in kaart. Zo voorkomen we hokjesdenken en stimuleren we echte zelfreflectie en groei. Want persoonlijkheid is meer dan een kleur: het is een complex en dynamisch spectrum. En dat verdient een aanpak die recht doet aan die veelzijdigheid.
Laten we kleurentesten achter ons laten
Het is tijd om kleurentesten achter ons te laten en te kiezen voor instrumenten die écht inzicht geven. Kleurentests – als ze al iets bijdragen – mogen hooguit als startpunt dienen voor een gesprek. Niet als eindpunt van iemands profiel. Want het risico is groot: talenten blijven onzichtbaar, mensen worden onterecht uitgesloten, of beperken zichzelf door een sticker die ooit is opgeplakt.
Dus stop ermee. Niet met het denken over persoonlijkheid, maar wel met het gebruik van tests die reduceren, versimpelen en misleiden. Wanneer realiseren we ons dat niemand in één hokje past? Wanneer zien we in dat we meer zijn dan één typologie?
Ik weet het in ieder geval wel:
Ik ben niet één kleur.
Ik ben een regenboog. 😉